rukten los
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rukten los (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrʏktə(n) ˈlɔs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ruk·ten los
Woordherkomst en -opbouw
- uit rukten (werkwoord) en los (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
losrukken |
rukten (…) los
- meervoud verleden tijd van losrukken
- Wij rukten los.
- Jullie rukten los.
- Zij rukten los.
- Wij rukten los.
Gangbaarheid
- Het woord rukten los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.