ruimt sneeuw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ruimt sneeuw (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrœymt ˈsnew / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ruimt sneeuw
Woordherkomst en -opbouw
- uit ruimt (werkwoord) en sneeuw (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sneeuwruimen |
ruimt (…) sneeuw
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwruimen
- Jij ruimt sneeuw.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwruimen
- Hij ruimt sneeuw.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sneeuwruimen
- Ruimt sneeuw!
Gangbaarheid
- Het woord ruimt sneeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.