routenetwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rou·te·net·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord routenetwerk routenetwerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het routenetwerko

  1. samenhangend netwerk van wegen en paden die een gebied voor een bepaalde doelgroep toegankelijk maken
     Papa legde uit wat ik al wist, hij had het over Rolls-Royce-vliegtuigmotoren en over trekkracht versus duwkracht, de liftkracht van de vleugels en hoeveel die konden hebben, over het routenetwerk boven Europa en over de landingsprocedures.[1]
     De organisatie die de paden aanlegde, Mountainbike Routenetwerk Rijk van Nijmegen, heeft aangifte gedaan bij de politie. Op zeven plekken is de route gesaboteerd. Wie erachter zit, is niet bekend.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2022 Weblink bron “Onbekenden saboteren nieuwe mountainbikeroutes in bossen bij Nijmegen” (28-12-2020), NOS