Naar inhoud springen

rooskleurig

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 18 mei 2017 om 21:24 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roos·kleu·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van roos en kleur met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rooskleurig rooskleuriger rooskleurigst
verbogen rooskleurige rooskleurigere rooskleurigste
partitief rooskleurigs rooskleurigers -

Bijvoeglijk naamwoord

rooskleurig

  1. dat iets heel goed lijkt te zijn
    • De goed opgeleide student heeft een rooskleurige toekomst voor zich. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be