rook door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rook door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorroken

rook (...) door

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorroken
    • Ik rook door. 
  2. gebiedende wijs van doorroken
    • Rook door! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorroken
    • Rook je door? 

Gangbaarheid