rolzoom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rol·zoom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rolzoom rolzomen
verkleinwoord rolzoompje rolzoompjes

Zelfstandig naamwoord

de rolzoomm

  1. zeer smalle zoom aan de vrije rand van een stof die de vorm heeft van een verdikt rolletje
     Taminiau: ‘Ik zie mijn eigen academietijd terug in deze jurk. Kijk maar eens goed naar de afwerking. Als student had ik nog niet de middelen om een keurige rolzoom te maken, dus smeerde ik boekbinderslijm langs de afgeknipte randen zodat ze niet zouden gaan rafelen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Bregje Lampe
    “Vijf beslissende ontwerpen uit de carrière van couturier Jan Taminiau” (19 april 2018), de Volkskrant
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be