rolkast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rol·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rol en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rolkast | rolkasten |
verkleinwoord | rolkastje | rolkastjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kast op wieltjes die dus makkelijk verplaatst kan worden
- Ik heb een rolkastje onder mijn bureau staan.
Gangbaarheid
- Het woord rolkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.