ristorno
Uiterlijk
- ris·tor·no
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘herstel van een foutieve boeking’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1643 [1]
- uit het Italiaans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ristorno | ristorno's |
verkleinwoord |
- (boekhouding) herstel van een foute boeking
- terugbetaling
- Het woord ristorno staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ristorno" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "ristorno" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ristorno op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Frank van Empel 25 april 1997
- ↑ de Standaard 04/januari/2006
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be