risicocommunicatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ri·si·co·com·mu·ni·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van risico en communicatie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | risicocommunicatie | risicocommunicaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de risicocommunicatie v
- (communicatie) voorlichting en communicatie over risico’s waaraan mensen kunnen blootstaan voordat zich een ramp voordoet
Gangbaarheid
- Het woord 'risicocommunicatie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.