rijdt achterna

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijdt ach·ter·na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
achternarijden

rijdt achterna

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achternarijden
    • Jij rijdt achterna. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achternarijden
    • Hij rijdt achterna. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van achternarijden
    • Rijdt achterna! 


Gangbaarheid