rijbereik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rij·be·reik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijbereik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rijbereiko

  1. de grootste afstand die een vervoermiddel kan afleggen, zonder het innemen van brandstof of stroom
    • Het prototype is een evolutie van de eerder getoonde compacte Urban EV Concept. Het rijbereik bedraagt meer dan 200 kilometer. Combineer dat met een snelle oplader die de accu in 30 minuten kan opladen tot 80 procent van de capaciteit en je krijgt een auto die vooral geschikt is voor dagelijks woon-werkverkeer. [1] 
    • De actieradius van zo’n batterij: 1.000 kilometer. De duurste Tesla’s halen vandaag met hun accu’s van Panasonic een rijbereik van ongeveer 530 kilometer en dat is ook de norm waar de concurrentie naar streeft. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen