rij paard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rij paard
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
paardrijden |
rij paard
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paardrijden
- Ik rij paard.
- gebiedende wijs van paardrijden
- Rij paard!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paardrijden
- Rij je paard?
Gangbaarheid
- Het woord rij paard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.