rij auto
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rij au·to
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
autorijden |
rij auto
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autorijden
- Ik rij auto.
- gebiedende wijs van autorijden
- Rij auto!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autorijden
- Rij je auto?
Gangbaarheid
- Het woord rij auto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.