ribosoom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·bo·soom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ribosoom ribosomen
verkleinwoord ribosoompje ribosoompjes

Zelfstandig naamwoord

het ribosoomo

  1. (biologie) het molecuulcomplex dat eiwitten synthetiseert
    • De ribosomen zitten vaak vast aan het endoplasmatisch reticulum. 
Vertalingen

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be