require
Uiterlijk
- Geluid: require (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ɹɪ'kwaɪə/
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to require |
he/she/it | requires |
verleden tijd | required |
voltooid deelwoord |
required |
onvoltooid deelwoord |
requiring |
gebiedende wijs | require |
require
- overgankelijk behoeven, nodig hebben, vereisen
- overgankelijk voorschrijven
- overgankelijk verzoeken, vragen [2]
- «I was required to stay.»
- Ik werd verzocht te blijven.
- «I was required to stay.»