rekent uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rekent uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrekənt ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- re·kent uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitrekenen |
rekent (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekenen
- Jij rekent uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrekenen
- Hij rekent uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrekenen
- Rekent uit!
Gangbaarheid
- Het woord rekent uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.