rek tijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rek tijd
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tijdrekken |
rek tijd
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken
- Ik rek tijd.
- gebiedende wijs van tijdrekken
- Rek tijd!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijdrekken
- Rek je tijd?
Gangbaarheid
- Het woord rek tijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.