reisleidster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reis·leid·ster
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van reis en leidster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reisleidster | reisleidsters |
verkleinwoord | reisleidstertje | reisleidstertjes |
Zelfstandig naamwoord
reisleidster v
- (beroep) Vrouwelijke reisleider
Gangbaarheid
- Het woord reisleidster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.