recent
Uiterlijk
- re·cent
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | recent | recenter | recentst |
verbogen | recente | recentere | recentste |
partitief | recents | recenters | - |
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘van kort geleden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1831 [1]
recent
- een korte tijd geleden gebeurd of begonnen
- ▸ `Heeft het hotel een nieuwe eigenaar?' vroeg ik.
`Onlangs is Grand Hotel Europa overgegaan in Chinese handen,' zei hij. 'De nieuwe eigenaar heet meneer Wang. Het gaat om een recente ontwikkeling die we op dit moment onmogelijk kunnen beoordelen.[2] - ▸ De recente hoge prijzen in Zimbabwe hebben min of meer dezelfde oorzaak als de hoge inflatie elders in de wereld, alleen zijn in Zimbabwe de problemen veel erger. De inflatie is in het land opgelopen tot bijna 192 procent, tegenover 8,8 procent in Nederland. En de Zimbabwaanse dollar is dit jaar al 69 procent in waarde gedaald.[3]
- ▸ `Heeft het hotel een nieuwe eigenaar?' vroeg ik.
- Het woord recent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "recent" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "recent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑ Weblink bron “Zimbabwe verhoogt rente naar 200 procent in strijd tegen hyperinflatie” (27 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be