raspen

Nederlands

raspen

Uitspraak

• Geluid:  raspen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈrɑspə(n) / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ras·pen

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van rasp

Werkwoord

raspen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
raspen	raspte	geraspt
zwak -t	volledig

1. (kookkunst) met een rasp afvijlen en fijnmaken

   ▸ In de supermarkt vind je veel ‘Italiaanse’ kaassnippers voor bovenop op je pasta, zoals Parrano kaas. Handig voor als je zelf niet wilt raspen en het smelt goed, maar kun je het vergelijken met authentieke Parmiggiano Reggiano uit Italië? Keuringsdienst van Waarde zocht het uit.

   ▸ De lessen toverdranken in het zesde deel van de Harry Potterreeks zijn een van mijn favoriete fragmenten uit de boeken over de tovenaarsleerling. En al krijg je als resultaat geen smakelijk soepje maar een drank waardoor je de waarheid vertelt, hopeloos verliefd wordt of in een dodelijke slaap belandt, een toverdrank brouwen is in feite gewoon koken. Je moet snijden, hakken, raspen en roeren.

2. afschuren
3. een ruw, schrapend geluid maken

Afgeleide begrippen

• afraspen, rasper

Vertalingen

    1. met een rasp afvijlen en fijnmaken   

Duits: reiben (de) Engels: rasp (en), grate (en)

Frans: râper (fr) Limburgs: raspe (li)

Zelfstandig naamwoord

raspen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rasp

Gangbaarheid

• Het woord raspen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "raspen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.