ranger
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ran·ger
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ranger | rangers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ranger m
- beheerder van een wildpark
- ▸ Parkmanager de Wildt van de Beekse Bergen legt uit wat de procedures zijn en hoe bezoekers worden gewaarschuwd die het safaripark ingaan met de auto. En ranger Leinenga neemt een cameraploeg mee in het park.[1]
- ▸ Global Witness licht ook het Roemeense slachtoffer Liviu Pop eruit. De ranger werd doodgeschoten nadat hij zich had ingezet voor de bescherming van bossen. In het land worden die massaal gekapt door criminele bendes, zegt de ngo.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ranger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
NOS Nieuws“'Cheeta's in safaripark hadden het waarschijnlijk gemunt op kind'” (Vrijdag 11 mei 2018, 13:44), NOS - ↑
Weblink bron
NOS Nieuws“'Recordaantal moorden op milieuactivisten'” (Woensdag 29 juli 2020, 02:42), NOS
Frans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ranger |
rangeais |
rangé |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
ranger