raakte zoek
Uiterlijk
- Geluid: raakte zoek (hulp, bestand)
- raak·te zoek
vervoeging van |
---|
zoekraken |
raakte zoek
- enkelvoud verleden tijd van zoekraken
- Ik raakte zoek.
- Jij raakte zoek.
- Hij, zij, het raakte zoek.
- Ik raakte zoek.
- Het woord raakte zoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.