quiëtist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- quië·tist, qui·etist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | quiëtist | quiëtisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de quiëtist m
- (religie) iemand die quiëtisme beoefent
- Hij is bepaald geen quiëtist en geniet van het leven met volle teugen.
Gangbaarheid
- Het woord 'quiëtist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.