pulken
Uiterlijk
- pul·ken
- In de betekenis van ‘peuteren’ voor het eerst aangetroffen in 1706 [1]
- uit het middelnederduits afgeleid van plukken [2]
pulken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pulken |
pulkte |
gepulkt |
zwak -t | volledig |
- met kleine vingerbewegingen ergens aan trekken
- Het woord pulken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pulken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "pulken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pulken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard \ZATERDAG 8 APRIL 2017
- ↑ Tubantia Mark van der Werf 02-februari-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be