public relations
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pu·blic re·la·ti·ons
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud, van Engels public relations, in de betekenis van ‘het onderhouden van goede betrekkingen met zijn kring’ voor het eerst aangetroffen in 1956 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | public relations |
verkleinwoord | - | - |
Frase
Zelfstandig naamwoord
- stelselmatig bevorderen van het wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord public relations staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.