prorector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

voormalig prorector universiteit Münster
Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·rec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prorector prorectors
prorectoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de prorectorm

  1. plaatsvervangend rector, bestuurder van een universiteit
    • Florentine Hasselaar, Abactis/Prorector van het Groninger studentencorps Vindicat atque Polit: 'Ik ben wel geschrokken van de cijfers. Bij Vindicat weten we dat het gevaarlijk is om met alcohol op te fietsen, daarom zorgen we er bij grote evenementen zelf voor dat er taxi's voor de deur staan. Op die manier kunnen onze leden veilig thuiskomen.[1] 
    • 'Volgens Marinovitsj telt Oekraïne nog weinig oud-dissidenten die morele autoriteit hebben. 'Ik ben blij dat ik tot hen gerekend word.'Die morele autoriteit leverde Marinovitsj een plaats op als prorector van de Oekraïense Katholieke Universiteit in Lvov: éen corruptievrij eiland in het onderwijs', zegt hij zelf.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

24 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Volkskrant 25 september 2014
  2. Volkskrant Jan Hunin 29 augustus 2005,
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be