prijswinnaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prijs·win·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prijswinnaar | prijswinnaars |
verkleinwoord | prijswinnaartje | prijswinnaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de prijswinnaar m
- iemand die in een competitie de beste was en daarvoor een prijs heeft ontvangen
- ▸ Waren ze gek geworden bij de Zweedse Academie? Begrepen ze niet wat voor woede deze Nobelprijs op zou wekken in West-Duitsland? Afgezien van de gebruikelijke holle frasen als úitbeeldingsvermogen'en 'vernieuwend'beweerden de achttien academieleden dat ze de prijswinnaar beloonden voor 'tijdhistorische ruimdenkendheid'.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord prijswinnaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496