presens
Uiterlijk
- pre·sens
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tegenwoordige tijd’ voor het eerst aangetroffen in 1638 [1]
- afgeleid van het Latijnse praesens (met het voorvoegsel pre-) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | presens | presentia |
verkleinwoord |
- (taalkunde) de onvoltooid tegenwoordige tijd
- Deze zin staat in de presens: Ik denk dus ik ben.
- Het woord presens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "presens" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "presens" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ presens op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- pre·sens
- Afkomstig van Latijn: 'tempus praesens' ("tegenwoordige tijd")
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | presens | - - - | presens | - - - |
genitief | presens | - - - | presens | - - - |
presens, o (geen verbuiging)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- pre·sens
- Afkomstig van Latijn: 'tempus praesens' ("tegenwoordige tijd")
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | presens | - - - | presens | - - - |
presens, o (geen verbuiging)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | presens | - - - | presens | - - - |
genitief | presens | - - - | presens | - - - |
presens o
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel pre- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 38 %
- Prevalentie Vlaanderen 52 %
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 7
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Noorse woorden naar herkomst uit het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Grammatica in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 7
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Nynorske woorden naar herkomst uit het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Grammatica in het Nynorsk
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 7
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Woorden in het Zweeds met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Grammatica in het Zweeds