praktijkervaring

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  praktijkervaring    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• prak·tijk·er·va·ring

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  praktijk zn  en  ervaring zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	praktijkervaring	praktijkervaringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de praktijkervaring v

1. door ondervinding opgedane kennis

   ▸ In Voskresensk deed Tsjechov praktijkervaring op bij enkele lokale artsen.

   ▸ Het doel van de proef is om praktijkervaring op te doen en te onderzoeken of waterstoftreinen een goede oplossing zijn voor de verduurzaming van het treinvervoer in Groningen, schrijft RTV Oost. Dieseltreinen kunnen dan worden ingeruild voor waterstoftreinen die alleen schoon water uitstoten.

Synoniemen

• stageles

Antoniemen

• boekenwijsheid

Vertalingen

    1. door ondervinding opgedane kennis   

Engels: hands-on experience (en), practical experience (en)

Gangbaarheid

• Het woord praktijkervaring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.