Naar inhoud springen

pontificaat

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 7 jan 2019 om 17:56 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)


  • pon·ti·fi·caat
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord pontificaat pontificaten
verkleinwoord

pontificaat o

  1. zowel het ambt, als de ambtsperiode van een (hoge)priester, meestal in verbinding met de uitoefening van wereldlijke politieke macht
    • Voor de eerste keer in zijn pontificaat heeft paus Franciscus mensen heilig verklaard. [1] 
    • 'Die lege stoel van de paus middenin de concertzaal zal een van de symbolische beelden worden van het pontificaat van Franciscus.' Dit schrijft de grootste krant van Italië, de Corriere della Sera, zondag in een reactie op de veelbesproken afwezigheid van de paus zaterdag bij het Grote Concert van het Geloof. [2] 
    • In het Vaticaan wordt schoon schip gemaakt. Paus Franciscus zette dinsdag kardinaal Tarcisio Bertone, de nummer 2 van het Vaticaan, aan de kant. Die werd verantwoordelijk gehouden voor veel fouten en problemen tijdens het pontificaat van Franciscus' voorganger Benedictus XVI. [3] 
75 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]