politieverhoor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·tie·ver·hoor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord politieverhoor politieverhoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het politieverhooro

  1. (juridisch) gesprek waarbij de politie inlichtingen probeert te verkrijgen van een verdachte
     Ik ben opgeroepen voor een politieverhoor, zei ik.[1]
     Doordat de brandwonden van de aanslagpleger ernstig zijn is het politieverhoor nog niet gestart.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2022 Weblink bron “'Aanslagpleger beschuldigde Japanse tekenfilmstudio van plagiaat'” (19-07-2019), NOS