plutocraat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plu·to·craat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plutocraat plutocraten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plutocraatm

  1. rijk en machtig persoon
     Voormalig vicepresident Joe Biden, die in Nevada met een tweede plaats zijn campagne wat nieuw leven inblies, refereerde onder meer aan het feit dat Sanders zich ‘democratisch socialist’ noemt en als senator al decennia partijloos is. ,,Ik ben geen socialist, geen plutocraat. Ik ben een Democraat, en ik ben er trots op.”[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 oktober 2022 Weblink bron
    Karlijn Van Houwelingen
    “Sanders kan macht grijpen bij zwabberende Democraten” (24-02-2020), Tubantia