plunderpuber
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plun·der·pu·ber
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plunderpuber | plunderpubers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de plunderpuber m
- een jongere die samen met anderen winkels en bedrijven plundert