ploeggenote

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ploeg·ge·no·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ploeggenote ploeggenotes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ploeggenotev

  1. (sport) vrouw die in dezelfde sporploeg zit
     "Rust zacht, lieve Lara. De doorzetter, met je onvergetelijke lach en je lieve zorgzame karakter. Ik ga je ontzettend missen... voor altijd in mijn hart", schrijft voormalig ploeggenote Jorien ter Mors, die samen met Van Ruijven, Schulting en Yara van Kerkhof bij de Spelen van Pyeongchang olympisch brons veroverde op de relay.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Schaatsen
    “Verdriet en verslagenheid na overlijden shorttrackster Van Ruijven” (Vrijdag 10 juli 2020, 23:19), NOS