plissé

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

plissé
Uitspraak
Woordafbreking
  • plis·sé
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord plissé plissés
verkleinwoord plisseetje plisseetjes

Zelfstandig naamwoord

het plisséo

  1. (kleding) stof met ingeweven plooien
    • Ook plissé is enorm populair. De aparte plooitechniek is terug te vinden in allerlei kledingstukken. In combinatie met een zilveren of gouden stof is je kerstlook compleet. [2] 
  2. geplooid
    • Een uitschuifbare plissé hordeur is vaak ideaal. Deze is tot heel breed verkrijgbaar en blijft staan als je stopt met schuiven. Deze past dus prima als je maar één deur van je openslaande deuren openzet. Kleine kinderen kunnen bovendien de deur niet bedienen, dus die kruipen niet zomaar de tuin in. [3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen