pissijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pis·sijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pissijn pissijns
pissijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pissijnv / m

  1. soort van bak in een waterplaats, die aan de muur is bevestigd en bedoeld voor een individuele persoon (over het algemeen een man) om in te urineren
     Marcel Duchamp zou ‘Fountain’ hebben gestolen van een vrouw. De aartsvader van de moderne kunst zou dus een oermoeder zijn. Een whodunit over een pissijn die al honderd jaar duurt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “De 88 artikels uit De Standaard die u dit jaar niet mocht missen” (28 december 2018), De Standaard