pipowagen
Uiterlijk

- pi·po·wa·gen
- samenstelling van pipo zn en wagen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pipowagen | pipowagens |
verkleinwoord |
de pipowagen m
- (verkeer) een woonwagen die door een paard getrokken kan worden
- ‘We logeren binnenkort in een pipowagen op een ezelboerderij.’ Dat zinnetje deed mijn zoon Wannes branden van spanning. Een jongen van zeven blijft een jongen van zeven. Maar toegegeven, ook ik keek er naar uit om in B&B De Balkende Hoeve te slapen in een echte roulotte tussen de ezels. [1]
- Hij werd al gespot in Winterswijk, Haaksbergen en Hof van Twente: de 72-jarige troubadour Ruud uit het zuiden van het land. Met kip, muilezel en pipowagen trekt deze opvallende verschijning door de regio. [2]
- (informeel) modernere woonwagen of caravan
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord pipowagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.