pikantig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·kan·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pikantig | pikantiger | pikantigst |
verbogen | pikantige | pikantigere | pikantigste |
partitief | pikantigs | pikantigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pikantig [1]
Gangbaarheid
- Het woord pikantig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pikantig" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be