pestziekte
Uiterlijk
- Geluid: pestziekte (hulp, bestand)
- pest·ziek·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pestziekte | |
verkleinwoord |
de pestziekte v
- een ernstige en zeer besmettelijke ziekte
- ▸ De schrijver, die voorheen in het basisonderwijs werkte, veroorlooft zich soms gefingeerde dialogen tussen vertalers, maar ook wel tussen leden van een verzonnen huisgezin, waarin het al of niet noodzakelijke van een ’nieuwe’ vertaling aan de orde komt. Aangestipt wordt het uitbreken van de pestziekte in Leiden terwijl de vertaalwerkzaamheden al ver gevorderd waren.[2]
- ▸ Christus ging in tot zondaren, niet om met hun zonden gemeenschap te hebben, maar om hen van hun zonden te genezen. Het is, zoals Augustinus zegt, alsof de medicijnmeester beschuldigd wordt omdat hij bij iemand komt die de pestziekte heeft.[3]
- Het woord 'pestziekte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron C. Dubbeld“Tafelgesprek over nieuwe Bijbel” (02-02-2005), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Niet ziek” (16-02-2005), Reformatorisch Dagblad