pers samen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenpersen

pers samen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenpersen
    • Ik pers samen. 
  2. gebiedende wijs van samenpersen
    • Pers samen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenpersen
    • Pers je samen? 


Gangbaarheid