pere

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

pere mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord peer


Angelsaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Latijnse pirum

Zelfstandig naamwoord

pere

  1. (fruit) peer
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen


Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Angelsaksische pere / peru

Zelfstandig naamwoord

pere

  1. (fruit) peer
Schrijfwijzen


Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Latijnse pira

Zelfstandig naamwoord

pere v

  1. (fruit) peer


Slowaaks

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·re

Zelfstandig naamwoord

pere

  1. datief enkelvoud van pera
  2. locatief enkelvoud van pera

Zelfstandig naamwoord

pere

  1. locatief enkelvoud van pero


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·re

Werkwoord

pere

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord prát