pepermuntachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·per·munt·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen pepermuntachtig pepermuntachtiger pepermuntachtigst
verbogen pepermuntachtige pepermuntachtigere pepermuntachtigste
partitief pepermuntachtigs pepermuntachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

pepermuntachtig

  1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van pepermunt
    • In het blauw-rood gekleurde papiertje steken een paar in zilverpapier gevouwen plakjes, heel fijn en dun. Door het papier heen ruik ik een scherpe, pepermuntachtig geur. (uit:Voor een verloren soldaat van Rudi Danzig) 
Synoniemen

Gangbaarheid