pensioentekort

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pen·si·oen·te·kort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pensioentekort pensioentekorten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het pensioentekorto

  1. het minder geld in kas hebben dan nodig is om aan de pensioenverplichtingen te voldoen
     Volgens Lijesen ontvingen verzekeraars gezamenlijk meer dan 100 miljard euro aan premies. Hij wil met zijn vereniging gedupeerden steunen. "Er zijn miljoenen ontevreden gedupeerden die straks hun hypotheek niet kunnen aflossen of met een pensioentekort zitten. De rechtspraak is echter duidelijk; de veroorzaker van de schade moet betalen. En dat is nou precies waar wij voor gaan zorgen." Lijesen heeft inmiddels 30.000 mensen bij elkaar gebracht die samen willen gaan procederen.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Betaalt belastingbetaler eigen woekerpolis?” (Woensdag 27 februari 2013, 13:15), NOS