pennoen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pen·noen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pennoen | pennoenen |
verkleinwoord | pennoentje | pennoentjes |
Zelfstandig naamwoord
het pennoen o
- (historisch) vlaggetje dat als herkenningsteken aan de lans van een ridder zat
- De eerste voorsnijder mocht bij veldslagen het hertogelijke pennoen dragen, terwijl de eerste wapen- en stalmeester de standaard droeg. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord pennoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pennoen" herkend door:
5 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ pennoen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Hemptinne, T. de"1. Vorsten en hovelingen" in:Prevenier (red.), W.Prinsen en poorters. (1998) Mercatorfonds, Antwerpen; ISBN 90-6153-411-9; p. 30; geraadpleegd 2018-07-07
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Historisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 5 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %