pennoen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Elk van deze ridders heeft zijn eigen pennoen.
Uitspraak
Woordafbreking
  • pen·noen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pennoen pennoenen
verkleinwoord pennoentje pennoentjes

Zelfstandig naamwoord

het pennoeno

  1. (historisch) vlaggetje dat als herkenningsteken aan de lans van een ridder zat
    • De eerste voorsnijder mocht bij veldslagen het hertogelijke pennoen dragen, terwijl de eerste wapen- en stalmeester de standaard droeg. [3]
Synoniemen

Gangbaarheid

5 % van de Nederlanders;
10 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen