peilvak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • peil·vak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord peilvak peilvakken
verkleinwoord peilvakje peilvakjes

Zelfstandig naamwoord

het peilvako

  1. deel van een waterweg waarvoor één peilbesluit geldt
    • Het gebied tussen sluizen, stuwen of gemalen in waar het water op dezelfde hoogte gehouden wordt. Voor elk peilvak is er, naast een referentiepeil, een hoogste en een laagste peil die worden vastgelegd in het peilbesluit. [1] 
  2. gebied waarvoor één peilbesluit geldt

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1. Michel Hensen Binnenvaart in Beeld Peilvak
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be