peergroup

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  peergroup    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpirɡrup / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• peer·group

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	peergroup	peergroups
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

peergroup v/m

1. (psychologie) (sociologie) groep van gelijken

   ▸ Kinderen die anders zijn, hebben daarnaast een horizontale identiteit: iets dat hen fundamenteel onderscheidt van hun ouders, én hen wezenlijk verbindt met anderen, aanvankelijk onbekenden: hun peergroup.

   ▸ Daarbij wordt de hoogte van de overeen te komen beloningen nadrukkelijk in internationaal perspectief geplaatst. In het belang van de vennootschap vormen ranglijstjes van peergroup hier kennelijk de norm.

   ▸ Cyberpesten van bovenaf aanpakken met lespakketten en gedragsregels heeft volgens Delver „volstrekt geen” zin. Hij pleit voor een nieuwe aanpak, waarbij jongeren een sleutelrol spelen door elkaar via sociale media positieve signalen te geven (”positive peergroup educatie”).

Gangbaarheid

• Het woord peergroup staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "peergroup" herkend door:

65 %	van de Nederlanders;
64 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.