patiëntengegevens

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ti·ën·ten·ge·ge·vens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord patiëntengegevens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de patiëntengegevensmv

  1. (informatica) (medisch) verzameling medische data betreffende patiënten
     In Nederland werd eerder gesproken over een landelijk elektronisch patiënten dossier (EPD). In 2011 werd het door de Tweede Kamer afgewezen, onder meer uit angst voor privacyschending. Sindsdien is er geen plan meer geweest voor een platform waarin landelijk patiëntengegevens kunnen worden uitgewisseld.[1]
     Máxima Medisch Centrum meldt datalek patiëntengegevens[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022 Weblink bron “Europese Commissie wil EU-brede medische dossiers invoeren” (3 mei 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 mei 2022 Weblink bron “Máxima Medisch Centrum meldt datalek patiëntengegevens” (VR 31 DECEMBER 2021), NOS