paternalistisch

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ter·na·lis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen paternalistisch paternalistischer
verbogen paternalistische paternalistischere
partitief paternalistisch paternalistischers -

Bijvoeglijk naamwoord

paternalistisch [1]

  1. van een persoon dat deze zich op een vaderlijke, autoritaire en bevoogdende manier gedraagt
    • Kijkers noemden het interview op sociale media afschuwelijk en paternalistisch. [2] 
    • De Federatie Medisch Specialisten zegt dat al veel gedaan wordt om de communicatie tussen arts en patiënt te verbeteren. ,,Maar dat kan beter’’, zegt vicevoorzitter Huib Cense. ,,De specialist moet zich meer opstellen als coach en adviseur, en niet als een paternalistisch figuur in een ivoren toren. De tijd dat een arts vertelt wat er moet gebeuren, is voorbij.’’ [3] 
    • ,,Lageropgeleiden roken, drinken te veel, eten te veel en bewegen te weinig. De gedragseconomie leert ons dat voorlichting vaak te weinig uithaalt en dat verbieden of duurder maken soms gewoon het beste is. Maar verboden vinden we in Nederland ingewikkeld, paternalistisch. Je mag niet meer roken in het café, maar dat heeft heel wat strijd gekost." [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen