patatboer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·tat·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | patatboer | patatboeren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de patatboer m
- iemand die patat bakt en verkoopt
- Heb je geen zin om te koken en wil je het liefst even langs de patatboer? Doe maar niet. Er zitten veel koolhydraten en veel vet in patat, die je lichaam snel opbrandt, waardoor je vrij snel weer honger hebt en een energiedip krijgt. Het vet zorgt voor een hogere bloeddruk, waardoor je je ook niet veel beter gaat voelen. Dit geldt overigens ook voor chips en andere vette snacks die je gedachtenloos naar binnen stopt.[2]
- Uit de reacties blijkt dat de kentekencombinatie niet heel belangrijk gevonden wordt. "Rij al jaren rond met 27-VVD-6. Ben eerlijk gezegd niet zo'n Rutte-fan maar heb er geen moeite mee", zegt een deelnemer. Lezers bedenken vaak ook eigen betekenissen achter hun kentekencombinaties. "Zelf heb ik een BMW Isetta uit 1960 met het kenteken AP-41-49 . Dit vind ik grappig omdat ik Ad heet en Patatboer ben", zegt deze lezer.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord patatboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "patatboer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 04 jan. 2016 Stop met stress voedsel!
- ↑ de Telegraaf BART OOSTVOGELS 13 jul. 2013 'Beperking op kentekencombinaties mag verdwijnen'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be