parthenogenese
Uiterlijk
- par·the·no·ge·ne·se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parthenogenese | |
verkleinwoord |
de parthenogenese v
- (biologie) een vorm van ongeslachtelijke voortplanting, het verschijnsel dat vrouwtjes van bepaalde diersoorten nakomelingen kunnen krijgen zonder dat hier mannetjes aan te pas komen
- (religie) maagdelijke geboorte van Jezus Christus
- Het woord parthenogenese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parthenogenese" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ parthenogenese op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zonder vader geboren rog overleed al na drie dagen” (10-09-2014), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Zebrahaai verrast met drie jongen na zelfbevruchting” (18-01-2017), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be